1. Tim Krabbé – De renner

“Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegte van die levens schokt me.” Het zijn de beroemde openingsregels van het beste wielerboek aller tijden. Het eerste boek in de Nederlandse literatuur dat over sport ging. Geschreven op een moment dat de hele literatuur met dedain neerkeek op iets zo vulgairs als sport.

Het is een boek waarover veel te vinden is op het web, recensies, samenvattingen, interviews, (bijna) geen ander boek (okay, Ventoux) lukt dat. Krabbé beschrijft een koers in Frankrijk waar hij als liefhebber op hogere leeftijd (hij was 34, pas een handvol jaren amateurwielrenner) aan meedeed. Voor fans, profs en liefhebbers is het blijkbaar een feest der herkenning.

Als tiener mocht ik dit boek op mijn boekenlijst zetten, sterker nog, ik schreef een scriptie over sportboeken in de vierde, terwijl er in die tijd nauwelijks sportboeken van enige importantie waren. Krabbé schreef een klassieker. Een boek dat je gelezen moet hebben, als je van wielrennen houdt, of als je er niet van houdt, om te begrijpen waarom anderen de sport zo waarderen. Het is het enige boek dat in aanmerking kwam voor de nummer 1 positie in deze lijst.

Tim Krabbé – De renner

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

2. Gabriel Garcia Marquez – De kampioen van Colombia

15-044

Vlaanderen, Italië, Frankrijk, ze zijn allemaal al voorbij gekomen in deze top 25. Maar ook in Zuid Amerika bestaat de wielercultuur, vooral in Colombia. De beste schrijver uit dat land (en volgens velen zelfs de beste ter wereld) was in zijn jonge dagen eigenlijk gewoon journalist. En als journalist ben je altijd op zoek naar verhalen, naar interessante personen.

GGM vond een wielrenner die een vervolgverhaal waard was. Ramon Hoyos was de beste wielrenner van zijn land, dus zocht de schrijver hem op. En zoals het een goede journalist betaamt, wist hij er een prachtig verhaal van te maken. Niet omdat hij zoveel van wielrennen wist (of begreep), maar omdat hij interesse had in het leven van Hoyos, omdat hij diens leven prachtig wist te beschrijven.

Het verhaal verscheen als vervolgverhaal in de kranten van Colombia. Later werden ze opgenomen in bundelingen van het werk van GGM. Het boek zoals dat bij mij op de plank staat, bestaat in Colombia niet eens. Het is een vertaling van het deel van het werk van de Nobelprijswinnaar. Omdat wij het als losstaand verhaal kunnen lezen.

Gabriel Garcia Marquez – De kampioen van Colombia

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

3. Dino Buzzati – De ronde van Italië

Wat Blondin was voor de Tour, was Dino Buzzati voor de Giro. Een erkend romanschrijver die gevraagd werd door de Corriere della Sera om de ronde een keer te volgen. In 1949 deed hij dat. Het Italië van na de oorlog was een onrustig land in opbouw. Maar het was ook het land van de twee wielerkampioenen Bartali en Coppi. Deze mengeling maakt voor een prachtig boek dat gelukkig voor de wielerliefhebbers ook is vertaald naar het Nederlands.

De romanschrijver ziet soms dingen die een ander niet ziet, het is dan ook geen kaal verslag van een prachtige wielerronde. De strijd tussen twee van de grootste renners aller tijden, maar tegelijkertijd een tijdsbeeld, Buzzati stopt alles in dit ene boek.

Wielrennen als metafoor voor het leven. Dit boek bewijst nog eens waarom de sport de meest literaire aller sporten is.

Dino Buzzati – De ronde van Italië

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

4. Rino Negri – Un uomo solo

Ooit mocht ik een zomer in Italië werken. Op mijn vrije dinsdag pakte ik vaak een trein of bus naar een stad waar ik nog nooit geweest was. Op een warme zomerdag in Mantova zag ik een boek liggen dat ik meteen bewonderde. Mijn Italiaans is dan wel beroerd, maar soms weet je gewoon dat je iets wil hebben.

De man alleen uit de titel is natuurlijk Fausto Coppi. En het boek staat al meer dan twee decennia in mijn kast. Stukken heb ik gelezen. Veel ging langs me heen. Maar het boek is een parel. Door de beschrijving van het tragische leven van de campionissimo, maar nog meer door de prachtige foto’s. Niet alleen de voorkant, genoeg reden om het boek te kopen, maar vele andere schitterende beelden uit een tijd waarin je voor informatie over grote koersen was aangewezen op radioflitsen en krantenverslagen.

Negri werd 87 jaar en heeft meer dan 40 jaar in de Giro rondgelopen als journalist. Ook de Tour bezocht hij 39 keer. Zijn verhalen in de Gazetta della Sport waren voor hele generaties Italianen een must.

Rino Negri – Un uomo solo

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

5. Mart Smeets – De kopgroep

Vele wielerliefhebbers zullen op zijn minst een zwak hebben voor Mart Smeets. Zijn ego lijkt erg groot, waardoor hij ook vele tegenstanders heeft. Zelf ben ik al decennia fan. Niet blind, sommige stukjes en zelfs boeken zijn minder sterk, maar zonder uitzondering lees ik wat hij schrijft. Ik zoek er goed verborgen sites op het web voor op. Al zijn boeken staan in de kast, twee planken vol. Vlak voor de Tour heb ik er twee laten signeren, waaronder De Kopgroep.

Een roman, een uitzondering in zijn oeuvre. Maar wel zijn beste. Al was het maar omdat hij zo veel meer tijd heeft besteed aan het verhaal, een plot, een gedachte. Goed opgebouwd, zeven renners als hoofdpersonen, boeiend van begin tot eind. En, voor mij, het leukste is natuurlijk om te kijken wie die renners eigenlijk zijn. Welke wielrenners stonden ongewild model voor de romanfiguren in De Kopgroep. Op mijn blog doe ik een poging.

Je kunt het ook gewoon lezen als roman. Of als wielerverhaal. Maar lees het!

Mart Smeets – De kopgroep

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

6. Antoine Blondin – Tour de France

Vraag het oudere wielerjournalisten en ze zullen allemaal zijn naam noemen. De mooiste stukken over de Tour de France zijn geschreven door Antoine Blondin. Jarenlang was hij voor l’Equipe op pad, schreef hij stukken en columns over de belangrijkste wielerkoers. Hij begon als buitenstaander, een schrijver die gevraagd werd om eens naar de Tour te komen. Hij bleef hangen, hij kwam elk jaar terug.

Allemaal lazen ze ’s ochtends zijn verhalen. Mooie taal, schitterende vergelijkingen, lyrische bewoordingen, Blondin maakte van een saaie koers een boeiend spektakel. Niet zoals Theo Koomen door maar wat te verzinnen, maar gewoon, door het zo mooi op te schrijven.

Zo’n schrijver verdient het verzameld te worden, en gelukkig voor ons Nederlanders, de meesten van ons zijn al blij dat ze een stokbrood kunnen bestellen in het Frans, is hij ook vertaald naar het Nederlands. Dus mocht je willen lezen over de heroïsche touretappes van weleer, dan is dit boek uit 1992 van Blondin een must.

Antoine Blondin – Tour de France

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

7. Herbert Friedrich – Zeven jaren van een wielrenner

Zonder twijfel het mooiste wielerboek dat ik als kind las. Tegenwoordig zou het Young Adult worden genoemd, maar dat genre bestond toen nog niet. De zeven jaren waar het om gaat zijn 1932 tot 1939, in Duitsland vrij bepalende jaren tijdens de vorige eeuw.

Otto Pagler is een wielertalent op de baan, wordt vrij onverwacht wereldkampioen, maar krijgt ook te maken met een veranderende wereld. Een samenleving waar menselijke waarden compleet anders worden dan een decennium eerder. En wanneer je in de spotlights staat, wanneer iedereen je kent, heb je daar automatisch mee te maken. Je kunt niet aan de zijkant blijven staan, je mening voor je houden.

Erg mooi boek geschreven door de (toen Oost-) Duitser Friedrich. Tweedehands vast nog wel her en der verkrijgbaar.

Herbert Friedrich – 7 jaren van een wielrenner

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

8. Peter Winnen – Van Santander naar Santander

Peter Winnen schreef bij wijze van dagboek tijdens zijn carrière regelmatig brieven. Na het einde van zijn wielerloopbaan bundelde hij deze brieven en kwam zijn eerste boek uit. Anderhalf decennium na Jan Mulder was er ineens weer een sporter die de overstap naar de literatuur met succes maakte.

Wielerboeken waren er niet al te veel, velen zagen dat Winnen de opvolger zou worden van Tim Krabbé. Sindsdien werd hij columnist en begon zijn tweede carrière achter het toetsenbord. Mijn eerste indruk was dat dit boek over een Spaanse rittenkoers ging, waarschijnlijk de Vuelta. Het bleek niet te zijn. Als jonge jongen mocht Winnen mee naar een kleine Spaanse koers in deze stad, zijn laatste wedstrijd als prof, een Vuelta-etappe waar hij op moest geven ging ook naar deze stad. Winnen zag de symboliek en beschreef zijn carrière als een reis van en naar Santander.

Voor wie wil lezen hoe het in het peloton gaat, hoe de koersen georganiseerd zijn, hoe wielrenners met elkaar omgaan, die is bij Winnen aan het juiste adres. Met humor, betrokkenheid en relativeringsvermogen beschrijft hij het leven van een wielrenner.

Peter Winnen – Van Santander naar Santander

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

9. Frank Heinen – De kleine Heinen

Als ik het me goed herinner begon het als een verhaal in De Muur. Natuurlijk, juist daar. Heinen schreef een aantal bladzijden vol met wielerbegrippen. Bij vlagen hilarisch. Ongetwijfeld kwam toen het idee om er een heel boek mee vol te schrijven.

Bij Heinen betekent dat ‘zo gezegd, zo gedaan’. De schrijver met de grootste productie van Nederland deed het even tussendoor. Elke keer een paar bladzijden. En daarmee is dit boek, naast de encyclopedie van Nelissen het tweede boek dat niet van kaft tot kaft gelezen hoort te worden. (Mocht je wel een wielerboek willen lezen van Heinen, dan is “Uit Koers” een aanrader)

Maar dat het op de salontafel hoort tijdens de lange Touretappes, dat is duidelijk. Er komt een moment dat Maarten, Herbert, Michel, Jose of Karsten een term uit die je niet kent. Met dank aan Heinen weet je een paar seconden later wat hij bedoelde. En waarschijnlijk heb je op dat moment een grijns op je gezicht, met dank aan de uitleg.

Frank Heinen – De kleine Heinen

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

10. Thijs Zonneveld – De ereronde van de eland

Thijs Zonneveld - De ereronde van de elandOp mijn blog is terugzoeken simpel. In De Muur 16, eind 2007 debuteerde hij, op dat moment nog actief wielrenner. Mooi verhaal. Niet veel later schreef hij een verhaal dat me tot tranen toe roerde. In de Muur 20 schreef Thijs Zonneveld over zijn vriendschap met een Chinese renner in zijn ploeg. Schitterend.

Hij begreep zelf ook dat hij een redelijke wielrenner was, maar dat hij een goede schrijver kon worden. Tegenwoordig is hij journalist. Mooi, omdat we een goede en goed ingevoerde journalist in de Tour hebben daardoor, jammer omdat hij eigenlijk niet meer schrijft. Zijn boeken zijn bundelingen van columns en stukjes, ook mooi, maar Thijs kan meer. Dat bewijst hij met zijn debuutroman, De ereronde van de eland.

Prachtige roman over een renner die tegen wil en dank in de lange ontsnapping zit, weet dat het peloton hem in  de macht heeft terwijl hij daar niets aan kan doen. Zijn gedachten zijn de basis van de roman.

Thijs Zonneveld – De ereronde van de eland

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.

11. Aili & Andres McConnon – Gino Bartali De leeuw van Toscane

Voor de meeste Italianen is Fausto Coppi de grootste renner aller tijden. Maar Coppi kon alleen zo groot worden, omdat hij een groot kampioen moest verslaan. Gino Bartali. En die is een stukje saaier dan zijn jong overleden tegenstrever. Maar Paolo Conte zong wel mooi over hem. En hij haalde een uniek record dat vermoedelijk nooit verbroken gaat worden: tien jaar tussen twee Tourzeges. En door die laatste zege, in 1948, wist hij vermoedelijk een revolutie te voorkomen.

Genoeg reden om ook deze wielerheld een biografie te gunnen. Daar zijn er meerdere van, de meest opvallende van de Canadese broer en zus McConnon. Ook bijzonder, dat juist zij, uit een land waar u met moeite drie wielrenners kunt opnoemen, wel deze schrijvers levert die dit prachtige boek schreven.

Alli & Andres McConnon – Gino Bartali, de leeuw van Toscane

Deze tour elke dag een boekentip. Voor tijdens die lange wandeletappe. Voor op vakantie. Gewoon, omdat wielrennen een schitterende sport is, zeker om over te lezen.